Het is hip om keihard met jezelf geconfronteerd te worden door een coach. Ik heb al vaak geprobeerd uit te leggen waarom ik dat niets vind.
Ten eerste denk ik dat het in een mensenleven nooit zover zou moeten komen. Dat leest u goed, ja. Ik vel hier een moreel oordeel. Alleen wie zichzelf voortdurend uit de weg gaat kan door een ander met zichzelf geconfronteerd worden. En dat vind ik abject. Jezelf uit de weg gaan betekent dat je schijt hebt aan jezelf en aan anderen, ten gunste van de schone schijn. Keert de wereld zich daardoor tegen je, dan is dat een welverdiend loon.
Ten tweede denk ik dat coaches van toeten noch blazen weten. Ze belagen je met uit de lucht gegrepen tactieken. Wie daar niet op bedacht is, zal er op een onprettige manier van onder de indruk zijn en het verworven onbehagen aanzien voor zelfinzicht.
Eerlijk gezegd heb ik geen idee of er zoiets als een zelf werkelijk bestaat, laat staan een inzicht daarin, maar ik ben in de loop der jaren redelijk vertrouwd geraakt met de persoon die ik ben. Ik voel geen behoefte hem voortdurend te ontlopen. Dat zou me het gevoel geven dat ik wat mis.
Het fijne van een afgezonderd leven op het platteland is dat je jezelf steeds tegenkomt. Zet alle apparaten om je heen uit en de omgeving bestaat uit niets dan stilte en duisternis. Met name de stilte is weldadig.
Ik denk dat het geen toeval is dat mensen die altijd behoefte hebben aan prikkels ook altijd op zoek zijn naar bewustwording en zingeving, en vooral: naar hulp daarbij. Dat is geen inzicht van me, nee, maar ik doe er niet aan mee en hef nog altijd liever het glas met die vent die zonder woorden de stilte doorbreekt en wiens moeilijkheden ik maar al te graag onder ogen zie.