Toen ik een paar jaar geleden toetrad tot Facebook, leek het een verademing om de contacten uit de werelden waarin ik actief was bij elkaar te hebben. Meer dan dat, ik heb er kennisgemaakt met enkele fijne en interessante mensen.
Zo bleef het niet. Facebook werd bijna een tweede leven en van dat leven wilde ik niets missen. Dwangmatig volgde ik wat er zich voltrok en deelde ik een (soms zorgvuldige, maar meestal lukrake) selectie van mijn ervaringen. En vele dronken gedachten.
Ondertussen hadden de meeste mensen die mij aanspraken hun account al opgeheven of waren ze simpelweg inactief. Uiteindelijk zat ik vooral nog lelijke en stompzinnige berichten te lezen en klaarblijkelijk kon ik dat niet laten. Mijn opvatting over die berichten liet ik lang niet altijd achterwege. Op Facebook lijkt soms alles uitvergroot; je ziet niet slechts stuitende meningen en gedragingen, maar vaak ook hoe die tot stand komen en als je het niet gelooft kun je het allemaal nog eens rustig nalezen.
Deze week barstte de bom. Neen, dat gebeurde niet. Al maanden voelde ik mij ongelukkig op Facebook en deze week liep het vat waarin de ergernissen werden opgevangen over. Ik schoffeerde de irritantste online ADHD’er die ik ken op burleske wijze en maakte daarmee nog eenmaal hevige emoties los, terwijl ik mijn slachtoffer al zeker een jaar had ‘ontvriend’ en hij waarschijnlijk helemaal geen klootzak is, maar iemand die in zijn loutere bestaan voor mij onverdraaglijk is.
Ik leef nu enkele dagen zonder zonder Facebook en dat bevalt buitengewoon goed. Ik zal u besparen wat ik allemaal ‘hervind’, want ik heb de schurft aan dergelijke volksdiepzinnigheden. U weet waar u daarvoor terechtkunt.