“Het onderwijs hoort een nationale bevoegdheid te blijven, waarover de Europese Unie geen zeggenschap hoort te hebben. […] In Nederland maken we zelf uit hoe we ons onderwijs regelen.” Boodschappen met een dergelijke strekking hoor ik met enige regelmaat. Dit citaat komt uit het verkiezingsprogramma van de SP.
De meeste hoogopgeleide Nederlanders die ik ken, van mijn leeftijd of jonger, zijn niet in staat om een regelmatig werkwoord in hun eigen taal te vervoegen. Aan de zuidgrens neemt het aantal Nederlanders dat kun kinderen naar een Belgische school stuurt nog altijd toe. De Nederlandse grensarbeiders in Duitsland sturen hun kinderen naar Duitse scholen. Ik heb de stof van het Abitur bestudeerd, ben onder de indruk van de breedte en de diepte ervan en beken dat ik met het VWO-onderwijs dat ik heb genoten schamel bedeeld ben. Nederlandse artsen en ingenieurs komen in Duitsland moeilijk aan de bak omdat ze ondergekwaliceerd zijn naar Duitse maatstaven. Dat belemmert de economische ontwikkeling van Nederlands-Duitse Euregio’s (Nederlands argument: die Duitsers erkennen onze diploma’s niet). Uitzonderingen worden gemaakt voor Nederlandse medisch specialisten, bij personeelstekorten in de gezondheidszorg.
Ik weet eerlijk gezegd niets van onderwijs, dus ik kan me er moeilijk een gedegen mening over vormen, maar op de een of andere manier voelt dat Nederlandse “handen af van ons onderwijs” toch oncomfortabel aan.
Die uitzonderingen worden ook gemaakt in het onderwijs. Ondergekwalificeerd personeel wordt ingezet om toch maar de groepen te bemensen. Ik weet dat het gebeurt in het PO en het VO. Van vervolgstudies weet ik weinig, alleen dan dat het MBO onder vuur ligt vanwege het competentiegericht leren. Van HBO- en WO- studies weet ik dan nog dat het hele bachelors- en mastersgebeuren nogal Europagericht is. We zullen zien. Zo’n proces duurt jaren en jaren.
De eisen voor mijn beroepsgroep zijn bijgesteld, gelukkig. In het verleden kwam het voor dat collega-studenten een diploma behaalden terwijl ze niet konden rekenen en geen fatsoenlijk Nederlands konden spellen. Wat een bullshit, ik was daar altijd oprecht boos over. Als ik daar dan wat van zei, kreeg ik het commentaar: ‘Ja, maar jij bent goed in die zaken en wij zijn weer goed in andere zaken.’ Onzin. Rekenen, taal en algemene ontwikkeling liggen aan de basis van ons vak. Bildung! Bildung!
Voldoe je daar niet aan, dan kun je beter een ander beroep kiezen, vind ik. Ondermaatse prestaties komen natuurlijk wel voor in alle beroepen en veel mensen komen er toch mee weg.
Ach ja.