Berenhap

Van de week at ik in oostelijk Nederland een zogenaamde berenhap. Huisgemaakt. Die specialiteit kende ik zelf enkel als berenklauw en ik was er al heel lang geleden door getraumatiseerd. Toch doen! Samen met snacks als de pikanto gaat het om een soort vergrotende trap van de frikandel. Dat is het transgressiebeginsel in de Nederlandse volksgastronomie: het kan altijd gruwelijker. Goed, de Currywurst getuigt van wansmaak, maar de berenhap getuigt van ontmenselijking. Niet minder dan dat.

Hollanders in het gebergte

Cornelis Pronk -- Nütterden (1731)

Op een voettocht van Amsterdam naar Kleef, in 1721, komt Cornelis Pronk met een groep vrienden aan in herberg De Swarte Raven, gelegen nabij een berg, de Hingstberg. Ene Pieter van der Werf noteert in zijn reisjournaal:

Aldus voortwandelende in gesigt van seer veel koornakkers aan wederzyde van den weg, kwamen wy aan zekere herberg, de Swarte Raven genaamt, ten ses uuren, onderwylen dat een van ons geselschap – tussen Kranenburg en deze herberg – op een hessenkar gezeten had. Alhier was wederom een seer vermakelyke plysterplaats, leggende tegens het gebergte en’t walt, ‘t welk een seer groot digt bos is van enige mylen groot. Vortoefden alhier een wyl tyts, om de aangenaamheyd van deze landstreek te beschouwen. Tot nogtoe konden wy de stad Cleef niet sien – hoewel wij niet veer van deselve af waren – om dat deselve achter dit gebergte en walt gelegen is. Terwyl men alhier eens plysterden, gebeurden’t, dat enen van ons geselschap – door noot geparst zynde – sig gaarne van enig gemak wilde bedienen. Maar zulks alhier nog in de emleggende landstreken – uytgezondert in de steden – niet kunnende bekomen, wierd, wanneer men daar na vroeg, met laggen beantwoort. Derhalve moest men, met het geslagt der beesten, het land helpen bemesten.

Grofvuil

Morgen wordt het afgehaald, als er nog wat over is. Het is weer een af- en aanrijden van Poolse en Nederlandse bestelwagens. We gokten op een afhaaltijd van twee minuten voor een CRT-monitor. Te pessimistisch. Den Ollander had het ding al gesignaleerd voordat we bij het trottoir aankwamen. “Betaole? Betaole?” “Nee man, neem lekker mee.” Normalerwijze is bijna alles hier goedkoper. Vanavond is bijna alles gratis. Het is een feestavond.

Nederlands onderwijs

“Het onderwijs hoort een nationale bevoegdheid te blijven, waarover de Europese Unie geen zeggenschap hoort te hebben. […] In Nederland maken we zelf uit hoe we ons onderwijs regelen.” Boodschappen met een dergelijke strekking hoor ik met enige regelmaat. Dit citaat komt uit het verkiezingsprogramma van de SP.

De meeste hoogopgeleide Nederlanders die ik ken, van mijn leeftijd of jonger, zijn niet in staat om een regelmatig werkwoord in hun eigen taal te vervoegen. Aan de zuidgrens neemt het aantal Nederlanders dat kun kinderen naar een Belgische school stuurt nog altijd toe. De Nederlandse grensarbeiders in Duitsland sturen hun kinderen naar Duitse scholen. Ik heb de stof van het Abitur bestudeerd, ben onder de indruk van de breedte en de diepte ervan en beken dat ik met het VWO-onderwijs dat ik heb genoten schamel bedeeld ben. Nederlandse artsen en ingenieurs komen in Duitsland moeilijk aan de bak omdat ze ondergekwaliceerd zijn naar Duitse maatstaven. Dat belemmert de economische ontwikkeling van Nederlands-Duitse Euregio’s (Nederlands argument: die Duitsers erkennen onze diploma’s niet). Uitzonderingen worden gemaakt voor Nederlandse medisch specialisten, bij personeelstekorten in de gezondheidszorg.

Ik weet eerlijk gezegd niets van onderwijs, dus ik kan me er moeilijk een gedegen mening over vormen, maar op de een of andere manier voelt dat Nederlandse “handen af van ons onderwijs” toch oncomfortabel aan.

Un dat konnt man auch hören

Beuys’ Charakter ist niederrheinisch-flämisch bestimmt, und er war sich dessen bewußt. Als ihn ein Freund fragte, ob er denn wirklich Anthroposoph sei – im formellen Sinne war er es nie – antwortete er: “Ich Anthroposoph? Ich bin Niederrheiner.”

— Franz Joseph van der Grinten

(Onze bron: Georg Cornelissen, Der Niederrhein und sein Deutsch, Greven, 2007)

Hingstberg

Goed, ik ben wel vaker door mijn rug gegaan – die ellende zit in de familie – maar de hevigheid van deze spitaanval was een openbaring voor me. Nooit eerder heb ik ervaren hoe het is om helemaal niets meer te kunnen. Zitten, staan, lopen, autorijden, gedaan was het ermee. Liggen, hangen tegen een bureau en leunen op een bezemsteel gingen redelijk, al trok het bloed uit mijn hoofd weg en liep het pijnzweet me tappelings af. Aankleden ging niet meer. Ja, een overhemd omslaan en een onderbroek staand met die bezemsteel omhoog friemelen. Dat was een klein uur werk.

Gelukkig kon ik na een aantal dagen weer bewegen, onder helse pijnen weliswaar, maar het was het einde van mijn huisarrest. Ik kon me enkele minuten achtereen strompelend voortbewegen en autorijden was weer mogelijk, met de nodige tussenstops.

Bijzonder was dat ik nog wel probleemloos kon neuken. Het is bizar om niets meer goed te kunnen, behalve neuken. Je valt dan als het ware samen met je eigen geslachtsapparaat; de rest doet niet meer mee.

We zijn een maand verder. Zo’n vijf keer per nacht schiet ik wakker van de pijn. Wandelen schijnt goed te zijn onder deze omstandigheden en inmiddels kan ik het bijna een halfuur achtereen, met slechts korte sta-pauzes op het linkerbeen.

Een rondje over de Hingstberg duurt ruim 20 minuten. Perfect om ‘s morgens op gang te komen en het bewegingsapparaat te ontgrendelen. De Hingstberg is geen berg, maar een half afgegraven en beboste zandheuvel aan het einde van de straat. De korte route biedt een veelheid aan landschappelijke variaties; Hoch Elten aan de andere kant van de Rijnvlakte, vergezichten op het Reichswald, het golvende cultuurland achter Nütterden en de jungle van het Naturschutzgebiet in een diepe kuil die naar ik aanneem een voormalige zandafgraving is.

Eerst sleep ik mij als Quasimodo door de straat. Dan komt de boel los en loop ik min of meer normaal. Dan valt het rechterbeen langzaam uit onder scherpe steken in rug en heup. Een korte pauze doet wonderen, en hup, ik kan weer verder. Voordat ik het weet ben ik weer thuis, stort ik mij op het bed of de vloer en verlies ik zwetend en kermend het bewustzijn. Daarna kan ik gewoon aan het werk.

Er zit merkbaar progressie in. De dag komt dat ik weer kwiek over het erf rondhuppel en als een satyr door het woud dans. Ik vraag me alleen niet meer af wanneer dat zal zijn. Ooit.

Als u het gpx-bestand hieronder opent in Google Earth, dan krijgt u de topografie van mijn korte lijdensweg te zien. Ook ziet u dan duidelijk de contouren van de boom die mijn wederopstanding symboliseert.

hingstbergbaum.gpx

Welterbe

Unesco heeft besloten het Nibelungenlied op de lijst van werelderfgoeddocumenten te plaatsen. Een juist besluit en een vreugdevol gegeven! Het verhaal gaat over een vriendelijke jongen uit Xanten die zich met seks en geweld Rijnopwaarts beweegt. Als het goed is heb ik er ergens een transcriptie van, plus een prozaversie in hedendaags Duits en natuurlijk het meest doorwrochte libretto ooit: Der Ring des Nibelungen. (Heel toevallig hoor ik zojuist op mijn voicemail dat de Nederlandse Radio 4 op dit moment Siegfried uitzendt, rechtstreeks uit Bayreuth. Geen zin in.) Wat jammer dat ik er nu niets over wil vertellen. Het was er echt de dag voor geweest. In het origineel zit trouwens een Helferich (der Kühne). Die wordt geveld.

Nibelungenlied wird Welterbe

Handschrift C in Karlsruhe

Der Wunderreifen

1) Na een woeste rit onder infernale weersomstandigheden (alleen al 13 gewonden in Xanten) ontdekt de passagère dat de rechter achterband van de KLESH sissend leegloopt. Ik baal ervan. Die ContiSportContacts liggen er pas onder.

2) De volgende ochtend blijkt de band niet plat, maar wel een beetje zacht. Het sissen is gestopt. Ik kan er nog gewoon op rijden, al vertrouw ik de boel niet helemaal.

3) Ik meet de druk en die is ongeveer 1,0 bar. Toch is de band echt niet plat. Wat een interessante banden maken ze tegenwoordig toch.

4) Ik pomp de band op tot 2,6 bar, de spanning van de andere drie, en verwacht een hoop gesis. Niets daarvan. De band blijft keurig op spanning.

5) Ik rijd een paar dagen rond, zonder dat de band aan spanning verliest. Ik vraag me af of Continental tegenwoordig zelfhelende banden produceert. Morgen maar weer een meting.

Der Wunderreifen
Der Wunderreifen

Trouvailles

1.

De periode tot een eerstvolgende grote levering van kruiden overbrug ik door binnen de particuliere sector op zoek te gaan naar kruiden waar ik niet meer voldoende van heb. Die dienen dan zowel van goede kwaliteit als betaalbaar te zijn. In de detailhandel gaat de prijs van kruiden soms wel vier keer over de kop, terwijl er in de drankengroothandel nauwelijks speelruimte is. Een kilo goede anijs kost dan al vlug 25 euro, terwijl de calculatie van mijn productprijs is gebaseerd op ongeveer een kwart van dat bedrag.

Wat voor periode ik nu precies aan het overbruggen ben weet ik niet (daarover later meer), maar bij Makana was ik deze week met twee tientjes klaar voor een kilo anijs en een halve kilo zoete venkel (Foeniculum vulgare var. dulce), inclusief 6 euro verzendkosten. Dinsdagmiddag besteld, woensdagochtend bij de pakketpost. De zaden zijn van uitstekende kwaliteit. Dan heb je wat waar je blij van wordt! Als ik straks weer amateurstoker ben blijf ik daar zeker klant.

2.

Ik vind het jammer dat er in Duitsland zo weinig bourgognewijnen geïmporteerd worden. Van de week besloot ik om toch maar eens wat beter te gaan zoeken. Ik vond een vestiging van Jacques’ Wein-Depot op vijf kilometer van mijn huis. Dat viel niet tegen! Een aardig aanbod van Beaujolais Villages tot Gevrey-Chambertin, Beaune Premier Cru en daarnaast nog zo veel meer.

Ik vergat de bourgognes en bewonderde de Elzassers. Voor de gewurztraminer en de riesling hebben ze voor Turckheim gekozen — een niet bijster originele, maar toch wel erg goede keuze. De pinot blanc kopen ze in bij de buren in Ingersheim. Daar is wat voor te zeggen, maar louter uit Turckheimsentiment vind ik dat toch jammer.

Aardig is dat ze van alle wijndomeinen ook informatie en beeldmateriaal hebben. “Buiten de fles”-factoren spelen een rol van betekenis in de drankenwereld: het verhaal naast de smaak. Meer dan “aardig” is dat natuurlijk niet. Als lezer van deze weblog bent u ongetwijfeld voldoende ontwikkeld om dondersgoed te weten dat wijnpraat voornamelijk snobistische lulkoek is die hooguit zijdelings iets met smaakbeleving te maken heeft.

De grootste verrassing was wel het aanbod aan eetbaarheden: van kwaliteitspasta tot foie gras, plus zoetigheden als galettes bretonnes en karamel met zeezout.

Ik keer huiswaarts met een pinot blanc van Jean Geiler te Ingersheim, een vieux marc de Bourgogne, rillettes d’oie (excellent, voor een euro of drie) en een blok foie gras van de eend, verfijnd met sauternes. Ik woon hier goed. Ik blijf.