Als kind werd mij voorgehouden dat met het opleidingsniveau het aantal mogelijkheden in het leven zou toenemen. Dat zouden dan voornamelijk beroepskeuzemogelijkheden zijn, neem ik aan. Ik herinner me nog goed hoe een onderwijzer op het bord een soort staafdiagram tekende, waarin de hoogte van de staven stond voor de mogelijkheden die een onderwijsniveau bood: een onaanzienlijk blokje voor de LTS, een fiere balk voor de HAVO, een toren voor het VWO.
Toegegeven, ik gebruik mijn academische graad nog steeds om deuren te openen, maar mijn ervaring was bijna exact omgekeerd aan het bovenstaande. Terwijl mijn opleidingsniveau toenam bleven de vrijheidsgraden jaar na jaar wegvallen uit mijn bestaan. De ene deur naar de andere werd dichtgesmeten. Toen ik aan de eindstreep kwam waren er geen mogelijkheden meer over. De deur naar het leraarschap stond nog op een kier en die trok ik ook maar dicht, want als er in al die jaren een ding echt duidelijk was geworden, dan was het wel dat ik totaal ongeschikt was voor het onderwijs.
Ik kon alleen nog mijn schouders ophalen en proberen om met wat mij aan levensenergie restte zelf een nieuw bestaan te ontwerpen. Dus dat heb ik maar gedaan.