Net als bij veel van zijn collega’s is absint bij Georges de Feure geen object van feestvreugde. De blik van zijn absintdrinkster is triest en enigszins vervreemd. Zij draagt een doodskop als broche op haar sjaal.
Ze heeft het glas niet volgeschonken om een aperitief te genieten alvorens uitgebreid te dineren met haar geliefde. De reden dat zij drinkt staat geschreven in de brief die voor haar op tafel ligt. De afzender is waarschijnlijk de man die linksboven in de achtergrond staat afgebeeld en die zich niet langer voor haar interesseert.
De absint is niet geschonken in een modieus Pontarlierglas, maar in een water- of limonadeglas uit het keukenkastje. De kleur is feuille morte met een zweem groen. De troebeling is doorschijnend. Mogelijk heeft zij te snel geschonken. Mogelijk is het een zwak geaniseerde en bittere absint.
Voor de criticus Henri Franz waren de werken van De Feure kleursymfonieën waarin één grondtoon domineerde. Hier is het de kleur van absint, met de groenige transparantie waarin het tafereel is ondergedompeld als Leitmotiv.
Het weerhield Le Figaro er in 1900 niet van om bij het commentaar van Franz dit werk in turquoise-blauw af te drukken.
(Gepost op het groenefee-forum op 03-12-2007)