Absintmaan

Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man dien zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.

Deze slotregels kent iedereen binnen het Nederlands taalgebied die weleens wat anders leest dan ondertitels of de Telegraaf-site vanzelfsprekend uit zijn hoofd.

Terwijl het christendom in de loop van de twintigste eeuw wat is afgebrokkeld, zijn instituties als het huwelijk door de normaliserende machten in de samenleving tamelijk stevig in het zadel gehouden, alsof er niets godvergeten of vervaarlijks aan te bekennen zou zijn.

Hoewel misschien de burgerlijke eeuw bij uitstek, is de heersende moraal zelden zo diepgaand ondervraagd en in twijfel getrokken als in de negentiende eeuw, veelal in vlammend proza.

Het modelhuwelijk verliep in drie fasen van honing via absint naar gal:
– la lune de miel (“honeymoon”)
– la lune d’absinthe
– la lune de fiel

(Gepost op het groenefee-forum op 28-01-2007)

De alcoholicus

Men kan zich op verschillende manieren onderwerpen aan het alcoholisme: als alcoholist of als alcoholicus.

De alcoholist is een patiënt. Zijn drinkgedrag wordt geproblematiseerd door zijn omgeving en door hemzelf. Hij drinkt ook als hij het eigenlijk niet wil. Soms zelfs stiekem.

De alcoholicus staat volledig achter zijn eigen drinkgedrag. Niet zelden drinkt hij minstens zo veel als de alcoholist. De alcoholicus drinkt met smaak. Vaak letterlijk, omdat de smaak hem bevalt. Omdat de smaak hem goed staat. Of om de eetlust op te wekken, of juist om na de maaltijd beter en aangenamer te kunnen spijsverteren. Om het eten zelf beter te laten smaken door het te paren aan een passende wijn. Hij drinkt niet stiekem, maar altijd openlijk en op gepaste tijden. Nooit hangt hij ziek boven de toiletpot. Soms drinkt hij om gedachten los te weken. Een enkele keer poëzie.

Bij zeldzame gelegenheid dient zijn drank als sociaal smeermiddel, maar dat is altijd bijzaak, want de werkelijke antipode van de alcoholicus is niet de alcoholist of de geheelonthouder, maar een monsterlijk voortbrengsel van dit tijdsgewricht: de sociaal drinker.

(Gepost op het groenefee-forum op 13-03-2006)

De sociaal drinker

Laat ik er maar voor uitkomen: ik veracht de sociaal drinker. Van alles wat drank te bieden kan hebben, waardeert de sociaal drinker slechts het meest oppervlakkige: het sociaal smeermiddel. Hoge eisen stelt hij niet. Tsjechische absint, doodgefilterd maïsbier, met essence-jenever op te waarderen tot “kopstootje”, limonadewijn, alcopops… al deze narigheid hebben we te danken aan de sociaal drinker, die zulke lage eisen stelt aan wat zich onder de kurk of dop bevindt.

Drinken zou een bij uitstek individuele en asociale bezigheid moeten zijn. Dat zou het werkelijk de moeite waard maken. De drank als vriend of vriendin die het leven daadwerkelijk verrijkt.

Toch, de sociaal drinker hoedt de burgermoraal, meer nog dan de reactionaire geheelonthouder dat doet. Dat moet toch ook gebeuren. Er is geen smaak voor nodig, geen oorspronkelijk idee en al helemaal geen muze.

(Gepost op het groenefee-forum op 13-03-2006)

Aan het kruis: de schoonheid en het beest

Op het groenefee-forum vonden wij de volgende aantekening, naar aanleiding van de Rops-expositie in de Rotterdamse Kunsthal en de absintexpositie in het Ropsmuseum te Namen, beide in 2005.

In het zwart-romantische symbolisme van Félicien Rops worden tegengestelde grootheden samengebracht in pornografische en satanistische thema’s: liefde en pijn, lust en dood, God en Satan. Een explosie van opgeschorte seksualiteit, vanuit een diep religieus gevoel.

http://www.kunsthal.nl/22-317-Felicien_Rops.html

http://nl.wikipedia.org/wiki/Félicien_Rops

En in 2006:

Op de laatste Furiosi-bijeenkomst maakte ik kennis met de barones Von Puttkamer (1881-1944), een Pruisische aristocrate die gedichten schreef onder de naam Marie Madeleine. Zij trad in het voetspoor van de Franse verdoemde dichters. De bundel “Auf Kypros” die zij op negentienjarige leeftijd publiceerde is opgedragen aan Félicien Rops. We vinden er het vrouwelijke fantasma in terug van Maria Magdalena, masturberend aan de voet van het Kruis.

http://www.sappho.com/poetry/m_madeln.html

Voorkom alcoholschade?

De traditie van het “elfuurke” leeft hier nog altijd. Zo kennen we de Frühstückskorn, een doorgaans neutraal graandistillaat (Korn) dat traditioneel bij het tweede ontbijt, na de eerste landarbeid wordt gedronken, als oppepper.

Zo stonden we hier op een stralende ochtend langs de afscheiding te keuvelen (“kuieren”, zoals dat hier merkwaardig genoeg heet) met de buren. Hollanders. De landeigenaar plaatst een dienblad op de schutting en serveert een clandestien gestookte klare uit. De Hollanders weten niet wat ze overkomt, maar ze vinden het geweldig. Het gesprek verlevendigt en de sterke verhalen komen los.

Sterke drank hoort hier nog echt bij het leven. Je kunt het overal krijgen. Bij de supermarkt, bij de drogist, bij de benzinepomp of gewoon ergens op een erf.

Ondertussen wordt het aan de andere kant van de grens steeds moeilijker om nog iets fatsoenlijks te drinken te vinden. En met agressieve campagnes wil men het “gebruik” van alcohol nog verder terugdringen, vooral onder de jeugd.

Ze hebben nu weer bedacht dat het slecht voor puberhersenen is om te drinken. Je hoeft als puber niet meer te leren een passende wijn bij het eten te waarderen, maar wordt geacht de gebruikelijke alcoholvrije, synthetische brol weg te slurpen. Of desnoods een vruchtensapje. In het allerkwalijkste geval een beker melk. Dat is namelijk beter voor je hersenen en – hou je vast – beter voor je seksuele ontwikkeling!

Ik verkeerde tijdens mijn puberteit geregeld in een alcoholroes. Ook heb nooit zoveel zware katers gehad als tijdens die jaren. Ik heb niet de indruk dat mijn vitale functies er erg onder geleden hebben. Ik heb een academische studie met betrekkelijk groot gemak succesvol afgerond en de geslachtsdrift had af en toe wel een beetje minder gemogen. Er zal heus wel ergens wat schade zijn waar ik niets van merk. In het leven loop je nu eenmaal onvermijdelijk wat averij op.

Wat te denken van die hersenschade? In een land als Nederland, waar de onderwijsmachinerie aan de lopende band analfabeten produceert, waar naar ik schat 95% van de bevolking niet in staat is een regelmatig werkwoord in de moerstaal te vervoegen en waar politiek en media zich zonder enige schaamte inspannen om een zo groot mogelijke doelgroep van verstandelijk gehandicapten te bereiken, is het daar niet juist een belangrijk voordeel om met hersenschade te leven?

Kees van Dongen: de Absintdrinkster

Dood en seksualiteit worden op karikaturale wijze verenigd in Van Dongen’s aquarel La Buveuse d’Absinthe (de absintdrinkster). Een schedel staart grijnzend naar de karmijnrode onderkant van een dronken vrouw, terwijl zij hem uitdaagt met haar handschoen, een freudiaans symbool voor het vrouwelijk geslacht. Een tweede freudiaans symbool is de hoge hoed, die staat voor mannelijkheid en machismo.

Waar is de tweede handschoen gebleven? De schedel zit erbovenop, al lijkt het eerder dat hij gedragen wordt door kikkerpootjes: een bizar fabeldier met een hoge hoed.

Kikkers en schedels zijn vaker met elkaar in verband gebracht. De kikker boven op de schedel is een overgeleverd symbool van scherpzinnigheid en opmerkzaamheid. Die voorstelling komt voor in de overvloedige ornamentiek aan de gevel van de universiteit van Salamanca en heeft op zichzelf niets te betekenen, maar een student die er na binnenkomst een vraag over stelde gaf blijk van zijn opmerkzaamheid en wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Zo creëerde het symbool zijn eigen betekenis.

Van Dongen’s schedel gedragen door het onderstel van een kikker staat hoe dan ook voor het omgekeerde: naast dood, roes en seksualiteit treedt “abrutissement” – de verdierlijkte afstomping – op de voorgrond.

(Gepost op het groenefee-forum op 10-07-2005.)

Mucha: de Absintdrinkster

De stijl van Alfons (Alphonse) Mucha was maatgevend voor de decoratieve stijl van de art nouveau, die ondermeer tot uitdrukking komt in de affiches waarop mooie dames zijn gecombineerd met geabstraheerde botanische thema’s, om een product zo aantrekkelijk mogelijk te presenteren.

Opmerkelijk is dat Mucha zelf geen enkel absint-affiche op zijn naam heeft staan, zoals laatst weer eens werd opgemerkt op het forum van heureverte.com

Toch komen we de absint één keer tegen in het werk van Mucha. Een pastel genaamd Absint (1902) toont het verval waartoe ons dierbare aperitief kan leiden. We zijn hier ver verwijderd van de ‘style Mucha’ die we zo goed van deze kunstenaar kennen.

Mucha - Buveuse d'Absinthe

(Gepost op het groenefee-forum op 11-12-2004.)

Snob versus Dandy

Baudelaire plaatst de dandy diametraal tegenover de snob. De snob is een fat die hecht aan uiterlijk vertoon en die zijn best doet geaccepteerd te worden in voorname kringen. Voor de dandy onderstreept een gedistingeerd uiterlijk enkel de aristocratische voortreffelijkheid van zijn eigen onafhankelijke, fijnzinnige en ontoegankelijke geest. Hij is de “werkloze Hercules” die fascineert en ontstelt, zonder ooit zelf uit het lood geslagen te worden.

(Gepost op het groenefee-forum op 14-10-2004. Gebruiker radioflux voegt twee citaten van Oscar Wilde toe: “Dandyism is the assertion of the absolute modernity of Beauty.” en “The only way to atone for being occasionally a little over-dressed is by being always absolutely over-educated.”)

Digestief

Distilleren is hier in Duitsland zowel een wetenschap als een ambacht. Er wordt een overvloed aan goede vakliteratuur uitgebracht en het aanbod aan eau-de-vie (Geiste und Brände), van zeer gewoontjes tot excellent, is schier oneindig. Helaas is alleen een ranzig zoet drankje als Apfelkorn slecht genoeg om wat te doen op de Nederlandse markt.

Branntweinmonopol of niet… De mooiste en leukste producten vind je niet in de winkel. Een uitstekend digestief: Italiaanse espresso, een lokale Himbeergeist en ordinaire Hollandse tabak.

Himbeergeist