Distillatie van absint

Eerder gepost op Hyves, op 20 april 2008. Aangezien we geen Hyves-account meer hebben, voegen we dit uiterst belangwekkende verhaal hier toe.

Wie tegenwoordig naar de slijter stapt om een fles “gedistilleerd” te halen, loopt grote kans thuis te komen met een product dat in het geheel niet gedistilleerd is. Uiteraard is de alcohol ooit door distillatie versterkt, maar het uiteindelijke product is niets anders dan een mengsel van deze alcohol met smaak- en kleurstoffen uit de voedingsmiddelenindustrie. Men drinkt ze om dronken te worden en synthetische snoepjessmaken zijn daarbij populair. Gelukkig zijn er uitzonderingen, bijvoorbeeld dranken waarvoor kwaliteit in de mode is, zoals single malts.

Van absint leeft nog altijd het beeld van bittere, giftige en felgroene troep. Daarom zal de liefhebber van gedistilleerd er niet snel voor kiezen en de liefhebber van spannende en ranzige dranken juist wel.

Wat we in de Nederlandse winkels als absint aantreffen is dat doorgaans helemaal niet. Het zijn kunstmatig gekleurde oliemengsels en filtraten die als absint worden verkocht en die meestal volstrekt niet naar absint smaken. De Tsjechische producten zijn berucht, al denkt de doorsnee Nederlandse absintconsument nog altijd dat het echte spul uit Praag komt. Hij wil graag bedrogen worden, betaalt zich blauw aan Ersatz en denkt zelfs dat hij erop tript.

Echte absint is gedistilleerd, dat wil zeggen dat de oliën en aromatische bestanddelen middels maceratie (trekken in alcohol) gevolgd door distillatie worden geëxtraheerd. We laten graag zien hoe dat in zijn werk gaat.

Maceratie

Het maceraat maken we door de plantaardige bestanddelen te laten trekken in alcohol van ongeveer 85%. De basis wordt bepaald door anijszaad, venkelzaad en alsem (=absintalsem). Aanvullende kruiden in het recept zorgen voor diepte, achtergrond en “body”.

De venkel en anijs zijn van mediterrane herkomst. De alsem doet het goed in alle gematigde streken, dus hebben wij een eigen veld aangeplant met dit uiterst belangrijke ingrediënt.

Na het maceraat te hebben ingezet sluiten we de ketel hermetisch af en laten we het gedurende een etmaal trekken. Vervolgens verdunnen we het met water tot onder de 50%.

Vóór de distillatie

Als we straks hebben gedistilleerd zal het product nog groen worden gekleurd, met onder andere hysop en Roomse alsem. Dit gebeurt door deze planten onder geleidelijke verhitting in het distillaat te laten trekken. De kleuringskruiden die zijn overgebleven uit de vorige productiegang voegen we nu toe aan het maceraat voordat we gaan distilleren. Ze hebben aardig wat alcohol geabsorbeerd.

De distillatie zal een aantal fracties opleveren: de voor-, de midden- en de naloop. De middenloop zullen we gaan verwerken tot eindproduct. De voor- en naloop verzamelen we in het “foezelvat”. (Die naam is niet correct, omdat onder foezels strikt genomen hogere alcoholen verstaan worden die meekomen in de naloop van een alcoholdistillatie. Wij doen een aromadistillatie met een alcohol die al helemaal schoon is. Onze “foezels” zijn de bittere en ranzige componenten uit de planten die we niet in ons eindproduct willen hebben.) Het foezelvat bevat ook wat restanten uit een eerdere kleuring (plantaardig bezinksel). Al met al is het een wat viezig geheel.

De inhoud van het foezelvat voegen we bij het maceraat. De gedachte is dat een deel van wat er aan gewenste aroma’s en alcohol in zit meekomt in de middenloop, terwijl al het ranzige weer in de nieuwe foezelfracties terechtkomt. Hergebruik van “foezels” is absoluut vereist om een absint diepte te geven.

Distillatie

Uiteindelijk hebben we een tamelijk volle ketel en kan er gedistilleerd worden. We brengen de helm aan en plaatsen de ketel in een waterbad. Dit zorgt ervoor dat er zo gelijkmatig mogelijk wordt verhit: er ontstaan geen grote temperatuurverschillen binnen de ketel en er kan niets aanbranden.

Ondertussen maken we een beslag van roggemeel en water (niet te dik, zodat het nog wat kan vloeien). Daarmee dichten we alle verbindingen en naden af waaruit damp zou kunnen ontsnappen. Rogge heeft de eigenschap zelfs de kleinste kieren hermetisch te dichten. Het beslag hardt snel uit tijdens de verhitting. Mocht er onverhoopt overdruk ontstaan, dan barst het. Wel zo veilig.

In de helm plaatsen we een thermometer. Het gebruik daarvan is onder amateurs wat overschat. De meter zegt ons niets over de temperatuur van de vloeistof, noch over de damptemperatuur in de brug, en geeft enkel de damptemperatuur op dat specifieke punt in de helm aan. Wij kennen de ketel en kunnen wat met die informatie. Het belangrijkste is dat de thermometer aangeeft wanneer de ketel bijna op temperatuur is en de vlam omlaag gedraaid moet worden. Als de distillatie eenmaal loopt vertellen de alcoholmeter en de zintuigen veel meer dan een thermometer in de helm.

Aan de uitloop van de koeler bevestigen we een sifon waarin de alcoholmeter wordt geplaatst. Die werkt op soortelijk gewicht. Hoe meer alcohol, hoe lager de dichtheid en hoe dieper de meter zakt.

We verhitten met een propaanvlam. Terwijl de temperatuur oploopt zetten we de koelwaterstroom aan. Het koelwater loopt door een vat waarin een een spiraalvormige buis is aangebracht. Daarin condenseert de damp tot distillaat.

Als de temperatuur oploopt richting 80 graden Celsius begint er wat te vloeien. Een hemelse geur vult de ruimte. Allereerst vangen we de voorloop op. Die is gering want we werken met een schone (volledig “gerectificeerde”) alcohol. Toch is de voorloop wat scherp en er kunnen wat onzuiverheden uit de ketel in zitten.

Vervolgens schakelen we over op de middenloop, die we urenlang opvangen in fracties van 2 liter. In het begin komt het distillaat er op meer dan 80% uit. Dat loopt eerst langzaam en later wat sneller af richting 70.

Als de middenloop ver is gevorderd kan het distillaat wat gelig worden. Dat is de alsemolie. Er dreigen dan ook meer bitterstoffen mee te komen. Om deze minder vluchtige bestanddelen terug te laten vloeien in de ketel, leggen we een natte doek over de helm: een eenvoudig en effectief refluxmechanisme.

Juist voordat het distillaat te onzuiver wordt schakelen we over op de naloop. Alleen de ervaring leert wanneer dat is. Het waterbad kookt nu bijna en levert nauwelijks meer genoeg warmte om de ketel verder te verhitten. Daarom stoken we de naloop met directe verhitting af. Op zuiverheid komt het nu niet aan. Wel is het zaak om te voorkomen dat de boel aanbrandt (een fout die niet is te corrigeren).

De temperatuur loopt langzaam op richting 100 graden, het kookpunt van zuiver water, en het alcoholgehalte van het distillaat loopt af richting 0%. Op een gegeven moment is er niet meer genoeg alcohol om de oliën in oplossing te houden. Het distillaat slaat blind. We stoken door tot er bijna geen alcohol meer in de ketel zit.

Uiteindelijk hebben we een vat vol begeerlijke middenloop, een nieuw gevuld foezelvat en een dampende pot met uitgekookte planten. Die planten zijn uiteraard uitstekend afbreekbaar en kunnen met het snoeigoed op de composthoop.

Die middenloop is nog geen groene absint. Daartoe moet eerst worden gekleurd, zoals we hierboven hebben beschreven. Die “kleuring” is bedoeld om een karakteristieke geur en smaak toe te voegen. De groene kleur is eigenlijk een bijverschijnsel. Hoe onze kleuring precies wordt uitgevoerd is ons geheim…

Vervolgens wordt het gekleurde distillaat gelagerd en op sterkte gebracht (68%). Er vormt zich in de eerste weken na de kleuring veel bezinksel. De vloeistof wordt afgeheveld en gebotteld.

Het product is (eindelijk) klaar.

Het kan natuurlijk eenvoudiger. Je kunt simpelweg alcohol met alsem door een koffiefilter halen, bottelen en tegen woekerprijzen verkopen. Dan heb je authentieke absint in de verzonnen Praagse traditie.

Fonkeling

Ik vraag me af hoe het zou zijn als in de literaire nacht van de Siebelinks en de Grunbergs plotseling een ster als Daniel Kehlmann zou gaan stralen. Waarschijnlijk is dat niet eens denkbaar, gezien de sluier van egaliserende nevel die in Nederland overal het zicht beperkt.

Ik vraag me dat af omdat ik als jong, veelbelovend academicus, die schrijver wilde worden, geen geringere ambitie had dan deze: Nederland voorzien van een literatuur die iets te melden had. Het was vrij snel gedaan met die ambitie, want ik stuitte op een onoverkomelijk probleem: ik had zelf niets te melden.

Paul Verlaine – Mon Rêve Familier

MON RÊVE FAMILIER

Je fais souvent ce rêve étrange et pénétrant
D’une femme inconnue, et que j’aime, et qui m’aime,
Et qui n’est, chaque fois, ni tout à fait la même
Ni tout à fait une autre, et m’aime et me comprend.

Car elle me comprend, et mon coeur, transparent
Pour elle seule, hélas ! cesse d’être un problème
Pour elle seule, et les moiteurs de mon front blême,
Elle seule les sait rafraîchir, en pleurant.

Est-elle brune, blonde ou rousse ? – Je l’ignore.
Son nom ? Je me souviens qu’il est doux et sonore
Comme ceux des aimés que la Vie exila.

Son regard est pareil au regard des statues,
Et, pour sa voix, lointaine, et calme, et grave, elle a
L’inflexion des voix chères qui se sont tues.

Wij vinden dit één van de aangrijpendste liefdessonnetten ooit. De beminde vrouw bestaat niet echt. Dat wil zeggen: ze bestaat niet in de wereld, maar wel in de oude, vertrouwde droom van de dichter. Tot overmaat van ramp komt haar stem “van verre […] in timbre zwemend naar stemmen van mijn dierbaren die zijn verstomd.” (vert. P. Verstegen) De verstomde stemmen van dierbaren, we horen ze nog in de stem van onze enige, ware liefde, die buiten onze dromen niet bestaat en nooit zal bestaan.

Die Grüne Fee

Im neunburgischen Val-de-Travers wirkte eine dämonische Macht.

Im mysteriösen Val-de-Travers (NE) lebte einst eine Fee, die man «Die grüne Fee» nannte. Aus einem Geheimtrunk hervorgegangen, hatte diese Fee die spezielle Gabe, Übel zu heilen und jene zu verzaubern, die sie tranken. Viele Künstler erlagen ihrem Zauber und schreiben der «Grünen Fee» eine seltsame, eine dämonische Macht zu. (Mysteriöse Schweiz ist eine nationale Reihe der SRG SSR idée suisse.)

www.swissinfo.ch

W. B. Yeats – Leda and the Swan

LEDA AND THE SWAN

A sudden blow: the great wings beating still
Above the staggering girl, her thighs caressed
By the dark webs, her nape caught in his bill,
He holds her helpless breast upon his breast.

How can those terrified vague fingers push
The feathered glory from her loosening thighs?
And how can body, laid in that white rush,
But feel the strange heart beating where it lies?

A shudder in the loins engenders there
The broken wall, the burning roof and tower
And Agamemnon dead.
                                         Being so caught up,

So mastered by the brute blood of the air
Did she put on his knowledge with his power
Before the indifferent beak could let her drop?

De feministische kritiek op dit gedicht richt zich op de verheerlijking van de verkrachting in de macht en sensualiteit van de gevederde verkrachter, en daarnaast op het gegeven dat volgens de auteur de vrouw een beetje geweld blijkbaar wel lekker vindt. Erger nog, het laat haar delen in “his knowledge”. Nou ja, feministen zijn altijd op zoek naar de gewelddoener in de man en misschien moeten we er niet al te veel waarde aan hechten.

Dat werkwoord “put on” in de voorlaatste regel is wat onverwacht. Peter Verstegen wijst erop dat het mogelijk een verwijzing is naar een bijbeltekst over de nieuwe, christelijke mens (Kol. 3:9-10): “… that ye have put off the old man with his deeds. And have put on the new man which is renewed in knowledge“, kennis die in een Nederlandse bijbelvertaling “de nieuwe mens aangedaan heeft”. Mogelijk…

Hoe het ook zij, mij lijkt het duidelijk dat vooral de mysticus en de politicus Yeats hier aan het woord zijn.

Zeus verkrachtte en bevruchtte Leda in de gedaante van een zwaan. Uit dat huwelijk kwamen geen bijzonder prettige kinderen voort. De dochters Klytaimnestra en Helena zouden de oude Griekse orde omverwerpen, in een reeks van bloedige gebeurtenissen.

De mysticus wijst op een een verbintenis tussen het goddelijke en het menselijke, geestelijk en op z’n minst in de poëzie ook vleselijk, en hoe die leidt tot inzicht, kennis.

Het gedicht stamt uit het interbellum. De eerste versie zou geschreven zijn in 1922, tijdens de Ierse burgeroorlog. Door de naam Agamemnon te noemen verwijst de policus Yeats expliciet naar de gevolgen van deze conceptie: aan de huidige orde der dingen komt spoedig een eind. Bloedig. Die orde bestaat voor hem uit de waarden van de christelijke beschaving.

Het gedicht is door en door Europees. Het beeld is geen vondst van de dichter zelf, maar een iconografisch motief dat steeds weer terugkeert in de geschiedenis, ouder dan Jezus aan het kruis: de bestialiteit van Leda en de zwaan.

Na de middeleeuwen zien voor het eerst weer een volledig gewillige Leda bij Michelangelo. Waar Da Vinci’s Leda haar gezicht nog plagerig afwendt om oraal contact te voorkomen, heeft die van Michelangelo geen enkele remming meer. Ook zijn zwaan drukt de cloaca expliciet in haar schaamstreek, zij het discreet bedekt door een verenwaaier, en ook het oraal contact wordt door haar niet geschuwd.

Michelangelo - Leda en de Zwaan

Een overzicht van Leda en de zwaan in de beeldende kunst vinden we bijvoorbeeld bij mevrouw “Silent Porn Star” (met onderaan een link naar meer).

Mij intrigeert de sculptuur in het Scindia Museum te Gwalior, India. Het is dynamisch als een gedicht van Yeats. Is het negentiende-eeuws? Twintigste-eeuws? Er ontbreekt een duim, het beeld lijkt zich in een soort terrarium te bevinden dat in een slecht verlichte ruimte staat, langs een muur met een afschuwelijke, oosterse betegeling. Wie is de kunstenaar? Hoe komen Leda en haar zwaan in India terecht? Wie het weet mag het zeggen.

Scindia Museum - Leda en de Zwaan

Houellebecq – Le Sens du Combat

Het lijkt er sterk op dat ik me een jaar of wat geleden verveelde. Dat kan natuurlijk niet, want ik verveel me nooit, maar toch, tussen de doorgekopieerde bestanden van een oude harde schijf vond ik wat kladvertalingen van Houellebecq-rijmelarij.

De Tweede Ronde, het letterkundig tijdschrift waar ik af en toe voor schreef, zag er sowieso niets in, gezien het gebrek aan literair gehalte van deze gedichten. Oftewel, de redactie zat niet op Houellebecq te wachten en als ik heel eerlijk ben zat ik zelf ook allerminst op Houellebecq te wachten.

Wat was de zin en richting van zijn strijd? Mei ’68. “De hippies en de activisten van mei ’68 hebben de oude waardenstelsels opgeblazen zonder er iets voor in de plaats te stellen; integendeel, ze zijn opgegaan in de kapitalistische consumptiemaatschappij die ze grotendeels zelf vormgegeven hebben, zich troostend met de zweverij van de New Age,” formuleerde ik nota bene in Wikipedia, over de roman Les particules élémentaires, en iemand vulde aan: “De levenswegen beschreven in deze roman zijn exemplarisch voor het bankroet van de liberale westerse samenleving. Deze roman, vooral gestoeld op de stijl van Aldous Huxley, veroorzaakte daarom vooral in kringen van klassiek links verwarring en woede.”

Exemplarisch voor het universum van Houellebecq dan toch. Extension du domaine de la lutte (1994) vond ik een aardig boek, waarin het leed van de ICT-lul tegen wil en dank in een oppervlakkige en geseksualiseerde consumptiemaatschappij te herkennen is. De in Nederland onbekend gebleven verfilming van Philippe Harel is ook niet onverdienstelijk, hoewel daarin de nadruk is komen te liggen op de ironie en het einde wat is aangepast op wat de filmkijker verondersteld wordt te waarderen. In het oeuvre dat volgt lijkt Houellebecq me toch vooral de hippies en de activisten van toen de schuld te willen geven van zijn eigen depressies en seksuele frustraties, in een vorm en een stijl die gebaseerd is op wie of wat dan ook en op mij vooral wat gezocht overkomt.

Hij heeft wel een punt, natuurlijk. De vrijheidsstrijders van toen zijn de kantoorlullen, directeuren, beursspeculanten, onderwijzers en programmamakers van nu. Ik moet toegeven dat het geen al te verheffend schouwspel is. Misschien is de verworven vrijheid inderdaad beklemmender dan het gezag en het burgerlijk juk van toen.

Le jour monte et grandit, retombe sur la ville
Nous avons traversé la nuit sans délivrance
J’entends les autobus et la rumeur subtile
Des échanges sociaux. J’accède à la présence.

Aujourd’hui aura lieu. La surface invisible
Délimitant dans l’air nos êtres de souffrance
Se forme et se durcit à une vitesse terrible ;
Le corps, le corps pourtant, est une appartenance.

Nous avons traversé fatigues et désirs
Sans retrouver le goût des rêves de l’enfance
Il n’y a plus grand-chose au fond de nos sourires,
Nous sommes prisonniers de notre transparence.

De dag zwelt aan en stort zich uit over de stad
Zonder ons te bevrijden is de nacht vergleden
Ik hoor de bus terwijl het leven zich hervat
De burgers gaan op pad en ik betreed het heden.

Vandaag vindt plaats. Onzichtbaar is het oppervlak
Waaronder ons gekwelde wezen wordt bevroren
En dat zich in der ijl verhardt als zegellak;
Het lichaam, toch, het lichaam blijft ons toebehoren.

Vermoeidheid en verlangen hebben wij doorstaan
De kinderdroom verloor voor ons zijn smaak en waarheid
Er valt niet veel in onze glimlach te verstaan,
Gevangen als wij moeten zijn in onze klaarheid.

Au long de ces journées où le corps nous domine
Où le monde est bien là, comme un bloc de ciment,
Ces journées sans plaisir, sans passion, sans tourment,
Dans l’inutilité pratiquement divines

Au milieu des herbages et des forêts de hêtres,
Au milieu des immeubles et des publicités
Nous vivons un moment d’absolue vérité :
Oui le monde est bien là, et tel qu’il paraît être.

Les êtres humains sont faits de parties séparables,
Leur corps coalescent n’est pas fait pour durer
Seuls dans leurs alvéoles soigneusement murés
Ils attendent l’envol, l’appel de l’impalpable.

Le gardien vient toujours au cœur du crépuscule ;
Son regard est pensif, il a toutes les clés,
Les cendres des captifs sont très vite envolées ;
Il faut quelques minutes pour laver la cellule.

Op dagen dat het lichaam ons bestaan bepaalt,
De wereld ons omvat in ijzeren beknelling,
Die dagen zonder vreugde, voorliefde of kwelling,
Als hemelse zinloosheid op ons nederdaalt

Op weidse velden of in lommerrijk gebied,
Te midden van gebouwen en reclameborden
Kan absolute kennis vlug verworven worden:
De wereld is in wezen wat je voor je ziet.

De mensen zijn uit losse bouwstenen gemaakt
De eenheid van hun lichaam zal niet blijven duren
Voorlopig zit hun wezen vast tussen vier muren,
Terwijl het naar ongrijpbare verlossing haakt

Wanneer het schemert komt dan zonder veel vertoon,
De wacht met alle sleutels, altijd onbewogen,
De as in het cachot is vliegensvlug vervlogen;
En in een mum van tijd is alles weer brandschoon.

APRÈS-MIDI

Les gestes ébauchés se terminent en souffrance
Et au bout de cent pas on aimerait rentrer
Pour se vautrer dans son mal d’être et se coucher,
Car le corps de douleur fait peser sa présence.

Dehors il fait très chaud et le ciel est splendide,
La vie fait tournoyer le corps des jeunes gens
Que la nature appelle aux fêtes du printemps
Vous êtes seul, hanté par l’image du vide,

Et vous sentez peser votre chair solitaire
Et vous ne croyez plus à la vie sur la Terre
Votre cœur fatigué palpite avec effort

Pour repousser le sang dans vos membres trop lourds,
Vous avez oublié comment on fait l’amour,
La nuit tombe sur vous comme un arrêt de mort.

MIDDAG

Onduidelijke daden eindigen in lijden
Na honderd schreden keert men liefst terug, men vliedt
Om zwelgend in de pijn, te rusten in verdriet
En zich van ‘t kwellend zware lichaam te bevrijden.

Het is een warme dag en in de zonnestralen
Ziet u de dartelende jeugd, zo onbevreesd,
Door de natuur genodigd op haar lentefeest
Het spookbeeld van de leegte zal u wel onthalen.

U ondergaat de zwaarte van uw eenzaam vlees
Het Aardse gekrioel vervult u slechts met vrees
Uw uitgeputte hart pompt nog uit alle macht

Het bloed uw veel te zware ledematen in,
De liefde is voor u allang ontdaan van zin,
En als een doodvonnis valt over u de nacht.

Huurwoning komt vrij…

Bij ons op het erf komt per januari 2009 een huurwoning vrij (65 m2, plus garage en tuin). De woning is gelegen in een landelijke omgeving, met de natuurgebieden van het Reichswald en de Kranenburger Bruch op loopafstand. Kleef op 5 minuten, Nijmegen op 15 minuten.

Nadere details volgen binnenkort.

Onze voorkeur gaat uit naar een bloedmooie, belezen, alleenstaande dame zonder kinderen, die van eten, drinken, klassieke muziek en snoeiharde seks houdt.